Elk hulpverleningsvoertuig dient te zijn uitgerust met een primaire blauwe signalering. Deze signalering is dusdanig op het voertuig gemonteerd dat deze kan worden waargenomen vanaf een afstand van 20 meter rondom het voertuig én 1,5 meter boven het wegdek. Hierbij is de signalering als één set volgens ECE65 klasse 2 gecertificeerd of individueel als ECE65 klasse 2 gecertificeerde lampen die samen zorgen voor de rondom zichtbaarheid.
Wet- en regelgeving
In Nederland is in de wet 'Regeling optische en geluidsignalen 2009' duidelijk vastgelegd wie op welk moment signalering mag gebruiken. Ook staat vermeld welke vormen van signalering toegepast mogen worden en waar deze, mits gemonteerd in voertuigen, aan moeten voldoen.
Lees verder voor meer informatie of neem bij vragen contact op met onze sales afdeling.
Toegestaan gebruik signalering
Niet iedereen mag gebruik maken van signalering op de openbare weg. De diensten die gebruik mogen maken van prioritaire signalering (blauw en 2-toon) zijn vernoemd in deze wetgeving. Naast politie, brandweer en ambulance zijn dat bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, ProRail incidentmanagementbestrijding en douane. Ook voor de amber signalering is duidelijk gemaakt wanneer deze gevoerd mag worden. Bijvoorbeeld bij werkzaamheden verricht op/naast de rijbaan of bij transportbegeleiding.
Op een voorrangsvoertuig mogen diverse vormen van signalering gemonteerd worden, waarbij een sirene en primaire signalering (blauw en amber) verplicht zijn. Daarnaast bestaan er aanvullende signaleringsmogelijkheden die optioneel gevoerd mogen worden. De regels voor amber signalering zijn zowel voor hulpverleningsvoertuigen als andere gebruikers gelijk.
Primaire blauwe signalering
Primaire amber signalering
Als een hulpverleningsvoertuig ter plaatse komt dient de blauwe signalering uit te worden geschakeld en amber signalering te worden geactiveerd. De regels voor de primaire amber signalering gelden ook voor de voertuigen in de pechhulp, aannemerij, transportbegeleiding en incidentenmanagement.
Deze voertuigen dienen primaire amber signalering te gebruiken. Deze signalering is dusdanig op het voertuig gemonteerd dat deze kan worden waargenomen vanaf een afstand van 20 meter rondom het voertuig en 1,5 meter boven het wegdek. Waarbij de signalering als één set volgens ECE65 klasse 1 gecertificeerd is of individueel ECE65 klasse 1 gecertificeerde lampen samen zorgen voor de rondom zichtbaarheid.
Tweetoon sirene
Een voorrangsvoertuig dient altijd een sirene te gebruiken. De sirene is in Nederland een tweetoon, waarbij de wisselfrequentie tussen 0,5 en 2 seconden ligt. De toonhoogte is circa 375 en 500 Hz.
Elk voertuig dient goed hoorbaar te zijn. Om dit te waarborgen wordt bij elk voertuig een meting gedaan, waarbij minimaal 110 dB dient te worden gehaald. Hierbij wordt op 7 meter voor het voertuig op de grond gemeten. Het is mogelijk om een nachtstand te gebruiken tijdens de nachtelijke uren. Dan is een gereduceerde geluidsdruk toegestaan van minimaal 100 dB.
Secundaire signalering
Bij gebruik van primaire signalering is het toegestaan om één set secundaire blauwe signalering te gebruiken. Deze set is aan de voorzijde van het voertuig gemonteerd tussen 0,4 en 1,2 meter hoogte gemeten vanaf het wegdek. Deze set is gecertificeerd volgens ECE65 klasse 1.
Alternerend groot licht
Samen met primaire signalering mag een voorrangsvoertuig alternerend groot licht overdag gebruiken. Bij deze functie gaat het groot licht van beide koplampen van het voertuig gelijktijdig aan en uit. Het is niet toegestaan deze functie ’s nachts te gebruiken en dient dan ook altijd uitschakelbaar te zijn
Groen licht
Voor diverse voertuigen in de hulpverlening is een groen rondom schijnend licht nodig, dit is toegestaan stilstaand te gebruiken. Aan deze signalering is geen keuring verbonden.
ECE65
De signalering die gemonteerd wordt op een voertuig dient een keurmerk volgens ECE65 te hebben. Om dit keurmerk te verkrijgen dient de module door een geaccrediteerd keuringsinstantie goedgekeurd te worden. Tijdens deze keuring worden lichtsterkte, lichtkleur, knipperfrequenties en uitstralingshoeken getest, maar bijvoorbeeld ook waterresistentie en trillingstesten.
Signalering kan daarbij op verschillende methodes getest worden. De meest voorkomende testmethodes zijn directioneel (X-keuring) en 360 graden (T-keuring). Neem voor meer informatie gerust contact op met onze salesafdeling.
Amber signalering volgens CROW 96a+b en incidentmanagement
De gemonteerde signalering in onderstaande praktijktoepassingen dient te voldoen aan de bovengenoemde “regeling optische en geluidsignalering 2009”. Niet ECE65 goedgekeurd of fout gemonteerde signalering kan ervoor zorgen dat u juridisch als schuldige wordt gezien, omdat u niet de juiste maatregelen heeft getroffen ter afwending van het gevaar.
Gele attentieverlichting
Gele attentieverlichting wordt gebruikt om weggebruikers te waarschuwen dat er iets aan de hand is en dat ze extra oplettend moeten zijn. De lampen branden dan alternerend, wat wil zeggen dat ze per paar afwisselend boven of beneden knipperen.
Grillflitsers
Mogen alleen gebruikt worden ter ondersteuning van zwaailicht en deze mogen alleen aanstaan tijdens het rijden op de vluchtstrook of het middendoorrijden. Bij stilstand staan deze altijd uit en mogen nooit op zichzelf gebruikt worden.
Bij werk in uitvoering op autosnelwegen
Bij het plaatsen en verwijderen van afzettingen op de rijbaan en de vluchtstrook is het gebruik van zwaailichten op alle voertuigen verplicht.
Een werkvoertuig dat een afzetting inrijdt gebruikt kort het zwaailicht. Dit om te voorkomen dat het verkeer achter het voertuig de afzetting tegemoet rijdt.
Een werkvoertuig dat een afzetting uitrijdt gebruikt ook kort het zwaailicht. Dit om aan te geven dat het werkvoertuig weer aan het verkeer gaat deelnemen.
Een werkvoertuig dat stilstaat op de vluchtstrook gebruikt alternerende verlichting. Alleen bij weersomstandigheden die het zicht ernstig belemmeren mag zwaailicht als extra attentieverlichting worden toegevoegd.
Een werkvoertuig dat stilstaat buiten het werkvlak (obstakelvrije zone) gebruikt alternerende verlichting. In de berm is het gebruik van een zwaailicht verboden.